Fiscus verwacht 50.000 bezwaren

Fiscus verwacht 50.000 bezwaren

Staatssecretaris Weekers van Financiën heeft op 26 oktober 2012 een brief en een besluit aan de Tweede Kamer gestuurd waarin hij bepaalde bezwaarschriften tegen aanslagen erf- en schenkbelasting als massaal bezwaar aanwijst. Deze regeling houdt in dat de daarvoor in aanmerking komende bezwaren worden aangehouden in afwachting van de uitkomst van een beperkt aantal gerechtelijke procedures.

Het besluit is een reactie op de uitspraak van Rechtbank Breda van 13 juli 2012. Daarin oordeelde de rechtbank dat de Successiewet 1956 onaanvaardbaar discriminerend is. Volgens de rechtbank moeten verkrijgers van niet-ondernemingsvermogen dezelfde gunstige fiscale behandeling krijgen als verkrijgers van ondernemingsvermogen. De problematiek waarover Rechtbank Breda een oordeel heeft gegeven, kan gevolgen hebben voor iedere aanslag erf- en schenkbelasting die nog niet onherroepelijk vaststaat.

De Belastingdienst verwacht als gevolg van de uitspraak van de rechtbank op jaarbasis dan ook ca. 30.000 bezwaren erfbelasting en mogelijk meer dan 20.000 bezwaren schenkbelasting te krijgen. Gelet op dit aantal – zowel absoluut als in relatie tot de beschikbare menskracht bij de Belastingdienst – en gelet op het feit dat de onderhavige problematiek vrijwel alle belastingplichtigen voor de erf- en schenkbelasting raakt, heeft de staatssecretaris in zijn besluit besloten bepaalde bezwaren aan te wijzen als massaal bezwaar als bedoeld in artikel 25a Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR). Het gaat hierbij om de bezwaren die ertoe strekken dat verkrijgingen van ondernemingsvermogen en privévermogen gelijke gevallen zijn en deze verkrijgingen door de bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet 1956 op een ongerechtvaardigde en onredelijke manier ongelijk worden behandeld.

De regeling voor massaal bezwaar geldt voor de bezwaarschriften waarop ten tijde van de dagtekening van dit besluit nog geen uitspraak is gedaan. De regeling geldt ook voor de bezwaarschriften die worden ingediend tot en met de dag voorafgaande aan de dag waarop de collectieve uitspraak wordt gedaan, dan wel de dag voorafgaande aan de dag waarop de uitspraak onherroepelijk wordt waarin de rechter geheel of gedeeltelijk tegemoetkomt aan het standpunt van een belanghebbende in een geselecteerde gerechtelijke procedure. Als de Belastingdienst niet geheel in het gelijk wordt gesteld, worden ook de aanslagen herzien van de belastingplichtigen die geen bezwaar hebben ingediend.

Tip ! Bezwaar indienen nadat het besluit in werking is getreden, is dus niet nodig. Voorwaarde daarvoor is dat de aanslag op het moment van de dagtekening van het besluit nog niet onherroepelijk vaststaat (artikel 25a lid 13 AWR).

,