Heeft u geen testament, dan bepaalt de wet hoe uw erfenis wordt verdeeld. De wet schrijft niet voor wie wát krijgt. Alleen de volgorde van erfgenamen staat in de wet.
In de wet staan vijf groepen erfgenamen omschreven:
- Groep 1. Echtgenoot/geregistreerd partner en eigen kinderen, daarna kleinkinderen
- Groep 2. Ouders, broers/zussen en daarna hun kinderen
- Groep 3. Grootouders, ooms/tantes en daarna hun kinderen
- Groep 4. Overgrootouders
- Groep 5. De staat
Als u overlijdt, krijgen de erfgenamen uit groep 1 uw erfenis. Dus eerst uw echtgenoot en uw kinderen, daarna uw kleinkinderen. Heeft u geen familie in groep 1? Dan gaat de erfenis naar groep 2. Uw en broers en zussen. Enzovoorts.
Heeft u helemaal geen bloedverwanten in groep 1 t/m 4? Dan gaat uw erfenis naar de staat.
Groep 1. Echtgenoot/geregistreerd partner en eigen kinderen, kleinkinderen
Bent u getrouwd* en heeft u kinderen? Dan erven uw echtgenoot en uw kinderen de volledige nalatenschap. Zij hebben allemaal recht op een gelijk deel van de erfenis. Heeft u bijvoorbeeld een partner en 3 kinderen? Dan erven zij allemaal een kwart van uw erfenis. In eerste instantie erft uw echtgenoot alles. Dit wordt wettelijke verdeling genoemd. Uw kinderen kunnen hun deel van de erfenis opeisen na het overlijden van uw echtgenoot. Het erfdeel van de kinderen wordt omgerekend in geld. Als één van uw kinderen is overleden, dan gaat zijn of haar deel naar zijn kinderen, dus naar uw kleinkinderen. Dit heet plaatsvervulling: kinderen van overledenen nemen de plaats van de ouder in.
Als u niet (meer) getrouwd bent en geen (klein)kinderen (meer) heeft dan gaat uw nalatenschap volgens de wet naar de erfgenamen in groep 2; uw ouders, broers en zussen.
* de regels die gelden voor een echtgenoot gelden ook voor een geregistreerd partner.
Groep 2. Ouders, broers en zussen
Heeft u geen echtgenoot/geregistreerd partner en (klein)kinderen (meer)? Dan gaat uw nalatenschap naar uw ouders, broers en zussen. Uw ouders erven per persoon minimaal een kwart van de nalatenschap. Een voorbeeld: uw ouders leven nog en u heeft vijf broers. Dan ontvangen uw ouders beiden een kwart, en uw broers ieder tien procent.
Leven uw ouders niet meer? Dan wordt de erfenis verdeeld over uw broers en zussen. Wanneer een broer of zus is overleden, dan gaat zijn of haar deel naar de kinderen, dus naar uw neefjes of nichtjes. Dit heet plaatsvervulling: kinderen van overledenen nemen de plaats van de ouder in.
Groep 3. Grootouders, ooms/tantes en hun kinderen
Ben u niet (meer) getrouwd, heeft u geen kinderen en laat u geen ouders, broers of zussen of diens kinderen achter? Dan wordt uw nalatenschap doorgegeven aan uw grootouders.
Leven uw grootouders niet meer? Dan wordt de erfenis verdeeld over hun kinderen, dus uw ooms en tantes. Wanneer een oom of tante is overleden, dan gaat zijn of haar deel naar hun kinderen, dus naar uw neven en nichten. Dit heet plaatsvervulling: kinderen van overledenen nemen de plaats van de ouder in.
Groep 4. Overgrootouders
Wanneer er in bovenstaande groepen geen erfgenamen zijn, erven uw overgrootouders. Zijn zij overleden? Dan wordt de erfenis verdeeld over hun kinderen, dus de ooms of tantes van uw ouders. Wanneer één van hen is overleden, dan gaat zijn of haar deel naar de kinderen, dus naar uw achterneven en achternichten. Dit heet plaatsvervulling: kinderen van overledenen nemen de plaats van de ouder in.
Groep 5. De staat
Wanneer er geen directe familieleden zijn die uw nalatenschap kunnen erven, dan gaat uw erfenis naar de staat.